Veredelen of hybridiseren
Inhoud
- Waarom hybridiseren beter is.
- Mijn opvattingen over hybridiseren.
Waarom hybridiseren beter is.
Er zijn twee manieren om hostazaden te kweken: open bestuiving (algemeen gekend als OP = Open Pollination) en hybridizeren.
Bij open bevruchting laat je de natuur al het moeilijke werk doen.
Bijen en insecten zorgen voor de bevruchting.
Al wat je zelf nog moet doen is wachten tot de zaden rijp zijn en ...
zaaien maar.
Bij veredelen kweek je planten uit zaden die het resultaat zijn van een handmatige bestuiving. De veredelaar beslist over de moeder- en de vaderplant, en heeft dan ook een erg grote impact op het eindresultaat.
Waarom zou je kiezen voor hybridiseren ? Laten we er geen doekjes om winden: hosta's kweken uit zaad is puur plezier, maar kan wel een heleboel werk opleveren. Als het eindresultaat dan waardeloos of middelmatig blijkt te zijn, is het een verspilling van tijd en geld.
Dat is meestal het geval bij open bestuiving. De kans dat je een zaailing krijgt die écht bijzonder is, is heel erg klein. De meeste zaailingen zijn waardeloos, omdat ze geen verbetering betekenen voor het bestaande gamma aan cultivars. Een ander nadeel is dat je nooit kruisingen zal krijgen tussen planten die op een verschillend tijdstip bloeien. Tenslotte moet je er rekening mee houden dat ongeveer 90% van de zaden het resultaat zijn van zelfbestuiving; niet meteen wat je nodig hebt om een zaailing te krijgen met eigenschappen van twee totaal verschillende types.
Anderzijds is de keuze voor veredelen geen garantie voor succes, maar de kansen zijn wel oneindig veel beter. Nadelen hier zijn het extra werk, de veel grotere kans op mislukte bevruchtingen en het aantal zaden dat over het algemeen veel lager zal liggen.
Mijn opvattingen over veredelen
Hosta's veredelen is véééél meer dan een techniek. Volgens mij is het een kunstambacht.
Om echt meester te zijn in dit ambacht:
- moet je natuurlijke de techniek van het handmatig bestuiven beheersen;
- is een basiskennis van algemene verdelingstechnieken geen absolute must, maar wel een groot voordeel.
- moet je een goede kennis hebben van vele cultivars en species (karakteristieken, van welke ouders stammen ze af, welke nakomelingen hebben ze zelf reeds) en een goed inzicht in de overerving van eigenschappen bij hosta's (kleur, vorm, substantie, textuur, groeisnelheid, zon- en slakbestendigheid, ...);
- moet je een artistieke gave hebben.
- moet je goed kunnen plannen;
- is ervaring een absoluut pluspunt. Veel van de kennis hierboven vermeld, is nergens beschreven, en kan je enkel verwerven door het te leren uit eigen ervaring.
Handmatige bestuiving
De hostabloem
Een techniek voor handmatige bestuiving
Niet moeilijk. Elke veredelaar heeft zo wel zijn eigen truukjes.
Je moet rekening houden met drie basisvoorwaarden:
- je moet bestuiving door insecten voorkomen;
- je bestuiving moet leiden tot een bevruchting, tot zaden
- je moet gedurende elk stadium de naam van beide ouders bij de juiste zaailing houden.
De basistechniek gaat als volgt:
- Verwijder de dag vooraleer een bloem zich opent, een gedeelte van de bloemkroon en alle meeldraden (met een schaar). Dek de bloemkroon af met bv. een papieren zak, zodat de bijen en andere insecten er niet bij kunnen.
- Breng de dag nadien meerdere keren rijp stuifmeel van de
gewenste vaderplant op de stempel aan. Begin hier vroeg op de
ochtend mee, vooral als het weer warm is. Je kan merken dat de stempel
nog niet ontvankelijk is wanneer het stuifmeel niet kleeft op de
stempel. Wanneer zich een druppeltje vocht vormt op de stempel, is
het te laat. Rijp pollen is droog en poederig.
Hoe pollen (stuifmeel) aanbrengen ?- pluk een rijpe meeldraad en wrijf de helmknop over de stempel. Gebruik de meeldraad zelf als een penseeltje.
- neem een wattenstaafje of een penseel en neem hiermee pollen op bij de vaderplant. Breng aan op de stempel. Wanneer je een penseel gebruikt, moet je dit grondig reinigen en laten drogen vooraleer het te gebruiken voor een ander soort pollen (bijvoorbeeld wassen in brandspiritus).
- Zorg voor mini labeltjes, beschrijfbaar of in verschillende kleuren. Je moet er enkel voor zorgen dat je steeds kan achterhalen met welk pollen een bloem is bestoven. Zelf werk ik gewoon met wollen draadjes in verschillende kleuren, één kleur per pollen ouder. In mijn lijst van pollenleveranciers (zie hierna) staat ook deze kleur vermeld.
Hoe pollen oogsten en bewaren
![]() |
|
![]() |
- Markeer de containers met het nummer op je lijst dat overeenstemt met de plant waarvan je stuifmeel gaat oogsten en de oogstdatum.
- Sluit de bloemstengels waarvan je pollen wil oogsten af met een
stuk gaasdoek, zodat de bijen er niet bij kunnen.
Verzamel het stuifmeel 's morgens wanneer de bloemen zich volledig geopend hebben en het stuifmeel er droog en poederig uitziet. - Doe niet de volledige meeldraad in de container, omdat de
helmdraden zouden kunnen rotten en alles onbruikbaar wordt.
Verwijder de helmknop door met een pincet of je vingers langs de
meeldraad naar boven te schuiven, en laat de helmknoppen op een stuk
karton vallen dat je V-vormig vouwt.
Een ander mogelijkheid: verzamel het rijpe stuifmeel met een half wattenstaafje, en doe deze in de container. - Sluit de containers nog niet. Plaats ze binnen in droge, goed geventileerde kamer. Laat ze drogen gedurende 24 uur vooraleer je het deksel sluit.
- Als je het stuifmeel wil bewaren voor onmiddellijk gebruik, dan kan je er van uitgaan dat het ongeveer een week levenskrachtig blijft. Bewaar in de koelkast.
- Voor langdurig bewaren doe je een aantal containers samen in een hersluitbare, luchtdicht afgesloten plastic zak. Het geheel gaat de diepvriezer in. Het stuifmeel zou zo'n 9 jaar levensvatbaar moeten blijven.
- Als je pollen aan een container wil toevoegen (nadat het gedroogd is uiteraard), of als je een gedeelte nodig hebt om kruisingen uit te voeren, laat dan het bevroren pollen niet ontdooien voor je het terug in de diepvries plaatst. Steek alles zo snel mogelijk terug.
Kennis van cultivars en species
Omdat hosta's zo genetisch instabiel zijn is het vaak zéér moeilijk
te voorspellen hoe de nakomelingen er uit zullen zien, hoe ze
eigenschappen zullen doorgeven.
Je komt echter al een flink eind als je een goed inzicht hebt in de
afstamming van de verschillende cultivars: als je de nakomelingen naast
de ouders zet, zie je hoe bepaalde eigenschappen overerven.
Die kennis kan je dan weer zelf gaan gebruiken om in je kweekprogramma soorten en cultivars te gaan gebruiken. Als je weet welke eigenschappen je wil zien in je eigen planten, kan je gericht gaan zoeken naar soorten of cultivars die reeds hebben bewezen deze eigenschappen door te geven. Een species die je niet kent, zal je ook niet kunnen toepassen in je kweekplan.
Dit is een materie waar nog erg weinig over gepubliceerd is. Je hebt hier dan ook een hele kluif aan; iets voor lange winteravonden.
Basiskennis erfelijkheid bij planten
Verschillende technieken voor het maken van kruisingen
Vooraf wil ik opmerken dat ik geen expert ben in botanie of erfelijkheid. Om mijn verdelingsprojecten zo effectief mogelijk uit te voeren heb ik me vooraf de basiskennis eigen gemaakt. Het zou jammer zijn als je na een aantal jaren noeste arbeid moet zeggen: toen had ik beter die techniek toegepast.
Kruisen van twee totaal verschillende cultivars
Kruisen van twee gelijkende hosta's met een verschillende achtergrond
Kruisen van twee gelijkende hosta's met een gelijkaardige achtergrond
Zelfbestuiving
Overerving van eigenschappen
Bladkleuren
Dit is het gemakkelijke gedeelte.
Enkele basisregels:
- om meerkleurige hosta's te kweken moet de moederplant gestreept (streaked) zijn;
- eenkleurige moederplanten geven bijna uitsluitend eenkleurige nakomelingen;
- groene hosta's geven groene zaailingen, met soms een enkele blauwe of gele uitzondering;
- blauwe hosta's, waarbij deze met een rand in een andere kleur zijn inbegrepen, geven groene, blauwe en gele nakomelingen;
- gele hosta's, deze met een anderskleurige rand inbegrepen, geven groene, blauwe en gele zaailingen
- hosta's met een wit centrum geven witte nakomelingen, die zelden levenskrachtig genoeg zijn om te overleven, wegens een tekort aan bladgroen.
- de kleur van de vaderplant heeft invloed op het aantal zaailingen van een bepaalde kleur. Blauw x blauw geeft meer blauwe zaailingen dan blauw x geel, ...
- op elk van deze regels zijn uitzonderingen mogelijk
Geur
Nog een gemakkelijke (om uit te leggen).
Alle geurende hosta's stammen af van één soort, H. plantaginea.
Vergeleken met elke andere hosta is dit bijna een subtropische soort.
Ze stamt van het Chinese vasteland, en heeft in de natuur een veel
warmere en zonnige habitat.
Als je H. plantaginea wil gaan gebruiken moet je hier mee rekening
houden, en ze op een beschutte, warme, zeer lichte standplaats zetten.
Een ander verschil is dat het een nachtbloeier is. Dit betekent dat je bestuivingen best 's nachts of 's morgens héél vroeg uitvoert.
Andere eigenschappen
Naast kleur en geur zijn er nog vele andere eigenschappen die het uiterlijk en andere karakteristieken van een hosta mee bepalen, zoals substantie, textuur, groeisnelheid, zonbestendigheid, slakbestendigheid, grootte van plant, blad of stelen, bloemkleur en -vorm, golvende bladrand, gezaagde rand, ...
De meeste eigenschappen vererven zowel via de moeder als via de
vader.
Hierbij moet je er rekening mee houden dat sommige eigenschappen
dominant zijn (je zal ze terugzien in de zaailingen als of vader, of
moeder de eigenschap heeft. Andere eigenschappen zijn dan weer
recessief: enkel als een nakomeling het gen voor deze eigenschap
meekrijgt van vader en moeder, zal je het ook zien bij de nakomelingen.
Een hosta die het gen slechts éénmaal heeft, kan deze eigenschap wel
doorgeven, maar zal ze zelf niet vertonen.
Sommige eigenschappen zijn niet duidelijk dominant of recessief.
In welke mate de zaailing een bepaald kenmerk zal vertonen, is
afhankelijk van vader en moeder. Zo kunnen de bloemen meer of
minder geurend zijn, afhankelijk van de geursterkte van vader en moeder.
Zelf in één zaaisel kunnen dan alle mogelijke gradaties voorkomen.
Artistieke gave
Sommige hosta's hebben een erg hoog 'wow!' gehalte; zowel de
doorwinterde liefhebber als de absolute hostaleek ervaren dergelijke
hosta's onmiddellijk als bijzonder mooi. Ik bijvoorbeeld aan H.
June, H. Sagae, en andere.
Wil je zelf een dergelijke uitzonderlijke hosta kweken, dan moet je
streven naar een optimale samenbundeling van eigenschappen, zodat het
geheel een esthetisch hoogstaande plant oplevert. En gevoel voor
esthetiek, dat hebben sommige mensen nu eenmaal meer dan andere.
Gelukkig zijn mensen vaak ook aangetrokken tot het bizarre, het afwijkende. Zo zal je voor een hosta die er uit ziet als een krop sla altijd wel liefhebbers weten te vinden.
Planning
Dit is, naar mijn mening, het essentiële onderdeel om goede resultaten te kunnen krijgen. Werk niet in het wilde weg, maar planmatig, gestructureerd.
Je doel bepalen
Eerst en vooral moet je jouw doel(en) bepalen, het kweken van een
plant die alle kenmerken heeft (of de meeste) die jij er in wenst te
zien.
En er zijn nogal wat zaken om rekening mee te houden:
Er zijn een aantal basisvereisten voor een nieuwe hostacultivar:
- aanmerkelijk verschillend van elke bestaande cultivar
- een waardevolle tuinplant:
- goede substantie
- goede groeisnelheid
- slakbestendigheid
- niet gemakkelijk verbrandend
- ...
Dan is er het uiterlijk:
- grootte en vorm van de plant;
- grootte en vorm van het blad, substantie, textuur, ...
- kleur van de bladsteel, van het blad, voorkant en achterkant, ...
- kleur, vorm, grootte en positie van de bloemstengel
- kleur, vorm, grootte, kleur van de bloem, ...
- ...
Je middelen bepalen
Als je een "constructieplan" hebt voor je droomhosta's, is de tijd gekomen voor het moeilijkste gedeelte: hoe ga je trachten dit doel te bereiken.
Eerst en vooral moet je uitdokteren welke ouderplanten je kan en zal
gebruiken om dit doel te bereiken ?
Misschien kan je verder met bestaande cultivars, misschien zal je zelf
eerst een plant moeten kweken die de meeste van de gewenste kenmerken
heeft, en deze dan moeten kruisen om alle gewenste kenmerken te
verkrijgen.
Hier zal je jouw kennis van de bestaande cultivars en van de
erfelijkheid nodig hebben. Een mooie bezigheid voor lange
winteravonden.
Het is altijd goed om extra zorgvuldig te zijn bij het onderzoeken van
de vruchtbaarheid van planten, vooral de moederplanten. Je zal
maar een fantastische planning opmaken, met een moederplant die totaal
onvruchtbaar is. En vergeet niet, er zijn hosta's die geen pollen
vormen.
Als je het veredelen op deze manier aanpakt, krijg je tot op zekere hoogte controle over het eindresultaat, maar het blijft toch onmogelijk om tot in detail te gaan voorspellen hoe het eindresultaat er uit zal zien.
De nodige ouderplanten verzamelen
Indien je niet alle ouderplanten hebt die je nodig het voor je veredelingsprogramma, zal je de ontbrekende moeten aanschaffen. Zeker als je de top wil qua gestreepte planten, kan dit een flink gat in je geldbuidel slaan.
Verlies bij je planning niet uit het oog dat je bloeirijpe planten nodig hebt.
De bloeitijd vergelijken
Als de ouderplanten gelijktijdig bloeien, is je planning een stuk
gemakkelijker. Aan de andere kant komen de meest verrassende,
vernieuwende resultaten vaak uit planten met een uiteenlopende
bloeitijd. In dit laatste geval is zal je pollen moeten bewaren.
Een andere oplossing is één van beide planten in een koelkast bewaren,
om zo de bloei te vertragen, zodat ze toch samen bloeien.
Zaaien
Dit is voor alle zaden gelijk, of ze nu uit een veredelingsprogramma komen, dan wel uit OP.
Selecteren
Wanneer en hoe ga je de eerste en de volgende selecties doen.
Het probleem is vaak plaats- en tijdsgebrek. Hoe meer
zaailingen je verder kweekt tot volwassen planten, hoe meer ruimte deze
innemen en hoe meer tijd je eraan moet besteden. Stel je 10.000
zaailingen per jaar voor, die je verzorgt tot ze groot zijn...
Het overgrote deel van je zaailingen is het niet waard om te behouden;
je moet er de beste, de mooiste uit selecteren.
Bij het kweken van meerkleurige planten is dit in eerste instantie
gemakkelijk: alles wat éénkleurig is mag weg.
Bij eenkleurige planten zal je meer planten langer moeten doorkweken,
omdat je vaak het definitieve uiterlijk pas kan beoordelen bij volwassen
planten (zo'n 6 jaar oud).
Administratie
Een goede administratie is hierbij cruciaal. Afhankelijk van
het aantal zaailingen dat je over houdt, zal je na een zestal jaren van
enige tientallen to verscheidene honderden planten moeten kunnen zeggen
van welke kruisingen ze het resultaat zijn.
Ga best voor een systeem dat je zo weinig mogelijk werk geeft en dat
toch zo duidelijk mogelijk is, met zo weinig mogelijk kans op fouten.
Ervaring
Ervaring is een absoluut pluspunt. Veel van de kennis hierboven vermeld, is nergens beschreven, en kan je enkel verwerven door alles zelf te leren.
Leren doe je met schade en schande. Je zal fouten maken.
Wanneer je hieruit leert, kan je er enkel op vooruit gaan.
Durf te experimenteren, dingen anders te doen dan de anderen.
Indien iedereen alles op dezelfde wijze zou doen, zullen ook de
resultaten gelijkaardig zijn.