Hosta's fotograferen
Beginnen met fotografie, of hoe val je van je voetstuk in enkele eenvoudige stappen.
Een hostaverzameling nodigt uit tot fotograferen. Je hebt
tientallen tot honderden "modellen" die vragen om gefotografeerd
te worden, de een al mooier dan de ander. Als je, zoals ik, daarnaast ook nog een website onderhoudt, zijn
goede foto's van zoveel mogelijk planten onontbeerlijk.
Oorspronkelijk wou ik dit artikel beginnen met "Op een goede dag besluit je, volledig terecht, dat het tijd wordt om betere foto’s te gaan maken". Niks mis mee, denk je dan zo. Alleen - was het wel een goede dag ? Terugkijkend op die dag, zo'n twee jaar geleden en op alles wat sindsdien gebeurd is, ben ik tot het besef gekomen dat er moet staan "Op een memorabele dag, enz. De weg naar betere foto's ligt bezaaid met wolfsklemmen en schietgeweren, en het aantal valkuilen is niet te tellen. Hopelijk helpt dit artikel je om de meeste gevaren te ontwijken, en niet dezelfde fouten als ik te maken.
Hoe het niet moet - stap 1
Waar
begin je? Je hebt al heel wat foto's genomen, maar echt veel soeps is
het niet. Hier en daar zit er eentje tussen die niet al te slecht is,
maar als je heel eerlijk bent, hoort 99% eigenlijk maar op één plaats thuis: de prullenbak
van je computer. Ongeremd door enige kennis ter zake en met een flinke
dosis natte vingerwerk ga je op zoek naar wat er fout is met je foto’s.
Heel snel, veel te snel, denk je de oorzaak gevonden te hebben: het ligt aan je
toestel liggen. Een beetje fotograaf gebruikt op zijn minst een DSLR. Je ziet jezelf al gespannen turen door de zoeker van
zo'n klassetoestel met scherp "glas" (beetje jargon ertussen krikt je
geloofwaardigheid in het milieu wat op), waarmee zowel pro's en liefhebbers onvoorstelbaar mooie opnames
kunnen maken. Dat is de oplossing - betere
uitrusting = betere foto's; niet lang daarna ben je de trotse eigenaar van
een volledig nieuwe, state-of-the-art foto-uitrusting: digitale
spiegelreflex, een paar lenzen, statiefje, flits, … Je oude toestel vindt al
snel een nieuwe eigenaar (bij mij was het een student fotografie met een
beperkt budget; waarschijnlijk worden er nu alsnog mooie opnames mee gemaakt).
Uiteraard moet je eerst "oefenen", en al snel heb je al snel een aardige collectie kiekjes bij elkaar,
waarbij je experimenten met manuele en half-manuele instellingen, zoals de
pro's, niet schuwt. Dat is het ogenblik dat de rauwe werkelijkheid je
overvalt: de foto’s zijn nu inderdaad anders: anders wel … maar zeker niet
beter. Snel de hele handel terug op volautomatisch, of een van die andere
voorkeursstanden, zoals portret, landschap! Een symbolische daad:
hiermee erken je dat je het toestel niet onder de knie hebt. Je buigt
deemoedig het hoofd en erkent dat de fout niet bij de apparatuur ligt, maar bij jezelf. Pas nu begin je met wat je eigenlijk al
lang geleden had moeten doen: basisbegrippen en -technieken leren.
Bijna op de goede weg - stap 2
Op internet, in boeken, van overal komt kennis, die je opslorpt als een spons: diafragma-openingen, sluitertijden, ISO-waarden, focale lengtes, scherptediepte, flitsen, belichting, contrast, …De tijd nemen om te experimenteren, heel veel te oefenen, leren wat je goed doet en wat fout, vooral technisch.
De foto’s worden beter, en beter, en beter. Je leert wat je kan doen met
nabewerking op de computer, om goede foto's nog beter te maken. Op een bepaald ogenblik zijn vele van je plaatjes technisch goed - en toch … toch zijn ze niet zoals de
mooie foto’s van anderen. Ze hebben hét niet. Zo af en toe
gebeurt het ongelooflijke. Iemand zegt "Dat is een mooie foto, echt
héél mooi." Net wat je nodig hebt om een volgende stap te zetten.
Schilderen met licht - stap 3
Misschien een beetje gedramatiseerd, maar in grote lijnen is het bij mij zo gegaan. Ik geloof dat ik nu wel zo’n beetje ontdekt heb wat er nog schort aan de meeste van mijn foto’s: de compositie deugt meestal niet, esthetisch zijn het niemandalletjes. Probleem is dat je dat niet kan leren uit een boek. Bij sommigen is het aangeboren gave, bij anderen (zoals ondergetekende) helaas niet. De enige oplossing is stelen met je ogen: héél veel foto’s bekijken en proberen te ontdekken wat ze zo goed maakt, of minder goed, of slecht. En dan proberen om dat in de praktijk te brengen, en zo stilaan je eigen stijl en vaardigheden te ontwikkelen.
Als je alle voorafgaande ontgoochelingen en tegenslagen hebt doorstaan en
je bent nog steeds aan het fotograferen, dan kan het vanaf hier alleen maar
beter gaan. En, zoals een beroemd balletjestrapper ooit zei: elk
nadeel hep se voordeel: vanaf hier ga je ook echt plezier beleven aan die
toch wel goede uitrusting die je een hele tijd geleden in huis gehaald hebt.
Tips van een beginnend fotograaf
Verwerf een basis
Als je als fotograaf meer wil gaan doen dan volautomatisch foto's maken, of met de creatieve instellingen die je toestel heeft (landschap, portret, macro, sport, ...) is de kans groot dat je overweldigt wordt door alle instellingsmogelijkheden, van je toestel, in combinatie met de omstandigheden waarin je fotografeert (, compositie, licht, contrasten, ...). Een beetje zelfstudie en héél véél oefenen doen wonderen. Het internet staat bol van de informatie. Probeer om te beginnen een goed begrip op te bouwen van volgende termen en hun onderlinge samenhang:
- diafragma en diafragmaopening (diaphragm en aperture);
- sluitertijd (shutter time);
- scherptediepte (depth of field, DOF);
- brandpuntafstand, focale lengte (focal length);
- ISO-waarde (ISO);
- sensorgrootte.
Welk toestel heb je nodig ?
De tijd van de analoge fotografie ligt voor de meesten van ons ver achter ons; leve het digitale tijdperk. Nu kan je een foto nemen, deze onmiddellijk beoordelen en hem opnieuw maken indien nodig.
Om een foto te nemen heb je drie "onderdelen" nodig: een camera, een lens (al dan niet samen één geheel vormend) en een fotograaf. Veruit het belangrijkste onderdeel is die laatste. Sommige mensen slagen erin om met een fluttoestel schitterende plaatjes vast te leggen, anderen slagen hierin niet met de meest gesofisticeerde uitrusting. Of je een point-en-shoot compactje, een compact die je ook manueel kan instellen of een dslr-toestel gebruikt is uiteraard je eigen keuze. Als je zelf wat meer invloed wil hebben op hoe je foto's er uiteindelijk zullen uitzien, lijkt een point-and-shoot toestel, zonder (semi-)manuele instellingsmogelijkheden me evenwel minder geschikt.
Koop niet zomaar een toestel, om daarna te leren hoe je er de foto's mee maakt die jij wil, maar kies een toestel dat geschikt is voor het type foto's dat je wil maken.
Als eerste aanzet heb ik eens uitgepluist welke hostafoto's ikzelf wil maken, en welke eisen dit stelt aan het toestel.
Checklist voor het maken van hostafoto's en eisen aan het toestel
Om een technisch goede foto te maken dien je 4 elementen op elkaar af te stemmen, die met elkaar een wisselwerking hebben:
Beschikbaar licht:
dit heb je in zoverre onder controle, dat je kan kiezen wanneer je een foto neemt. Dit kan gaan van fotograferen 's middags op een zonnige dag tot nachtfotografie. Ik heb al geleerd dat je beter geen hostafoto's neemt bij zonnig weer, als de zon hoog aan de hemel staat. Dit geeft zeer felle contrasten, waarbij in de donkerste en lichtste delen van een foto weinig tot niets meer te zien is. Je verliest teveel detail.
Ik heb heb nadrukkelijk over beschikbaar licht; hosta's en flash, het is een moeilijke combinatie. Het is zeer moeilijk om vooral de glans en de waslaag realistisch weer te geven. Als ik een foto wil die weergeeft hoe een plant er echt uitziet, gebruik ikzelf nooit een flash of een andere extra lichtbron.
ISO-waarde
Hangt nauw samen met het vorige: Bij een hogere ISO-waarde kan je foto's nemen bij minder licht. Maar ... naarmate de ISO-waarde hoger wordt zal ook de ruis toenemen. Hoe lager de ISO-waarde, hoe minder ruis. Dat is de reden waarom die stand mijn voorkeur heeft.
Diafragma-opening
Bij de vorige twee parameters hebben we het nog niet gehad over eisen die aan het fototoestel gesteld worden. Dat verandert hier. Naar mijn mening is dit een cruciaal element bij het nemen van foto's, maar ook een van de moeilijkste om te bevatten voor een beginnende fotograaf.
Daarom eerst een korte uitleg, waarbij ik me baseer op de problemen die ik had om dit onderdeel te begrijpen.
De diafragma-opening is de grootte van de opening waardoor licht kan van buiten, door de lens, tot op de sensor kan vallen. Deze grootte wordt uitgedrukt in de zogenaamde f-getallen. Het diafragma is het mechanisme in de lens dat toelaat de grootte van de diafragma-opening te regelen.
De gekozen diafragma-opening
bijna alle fotolenzen laten de opening waardoor licht op de sensor valt tijdens het nemen van een foto groter of kleiner in te stellen. Bij een grote diafragma-opening valt op heel korte tijd heel veel licht op de sensor; hierbij hoort een kortere sluitertijd, omdat bij een te lange sluitertijd de foto overbelicht zal zijn. Een ander gevolg van een groot diafragma is een beperkte scherptediepte: voor en achter het punt waarop je scherp stelt is alles onscherp. Omgekeerd heb je bij een erg klein diafragma een langere sluitertijd nodig. In ruil krijg je een veel grotere scherptediepte, een meestal ook een foto die in zijn geheel scherper is dan een foto bij groot diafragma.
Sluitertijd: de tijd gedurende welke licht op de sensor valt.
Foto's van individuele hosta's
Eisen die je stelt aan een goede foto:
- plant scherp, omgeving van de plant onscherp of eveneens scherp
- hele plant goed belicht
- weinig of geen ruis
Hier wil je een goed belichte foto waarbij de focus ligt op de plant.
Alles wat voor of achter de plant te zien is, is bij voorkeur onscherp.
Hiervoor is een scherpe, lichtsterke (of snelle) lens aan te bevelen.
Een dergelijke lens heeft ook het voordeel dat je langer kan fotograferen
bij minder natuurlijk licht.
Misschien vraag je je af hoe je voor- en achtergrond
wazig krijgt, en het onderwerp zelf scherp. De scherptediepte hangt grotendeels af van 2 factoren:
de gebruikte brandpuntafstand en de diafragma-opening.
Hoe groter de brandpuntafstand, hoe minder scherptediepte je krijgt in de foto. Een korte telelens is dus zeer geschikt om foto's te nemen van individuele hosta's, met als bijkomend voordeel dat je bij gebruik van de tele minder ziet van de - vaak storende - achtergrond. Omdat die achtergrond door de beperkte scherptediepte wazig is, wordt alle aandacht op de hosta gericht, wat toch de bedoeling is. Een klein nadeel: je moet bij een telelens de ruimte hebben om genoeg afstand te nemen van de hosta die je wil fotograferen.
De tweede factor is de diafragmaopening: hoe groter deze is, hoe kleiner de scherptediepte. Zo zie je de hosta scherp en is de rest van de foto wazig, een effect dat je vaak ziet in portretfotografie. Een lichtsterke lens met een kortere brandpuntafstand is dan ook zeer goed inzetbaar om hosta's te fotograferen. Bijkomend voordeel is dat je met een lichtsterke lens nog zeer goed kan fotograferen bij weinig natuurlijk licht. Nadeel is dat bij een groot diafragma vaak de volledige foto wat minder scherp wordt. Dit is echter zo bij de meeste lenzen, ook de niet zo lichtsterke: meestal geeft een lens het beste resultaat als je niet het grootste diafragma gebruikt, maar het wel 2 stops kleiner maakt.
Overzichtsfoto's - tuinfoto's
De foto moet meestal van voor tot achter scherp zijn. De meeste
toestellen zijn hiervoor geschikt, omdat elk toestel wel beschikt over een
lens met een korte brandpuntafstand (des te korter de brandpuntafstand, des
te "breder" is het beeld dat je kan vastleggen). Uiteraard zijn niet alle lenzen
even scherp, en is een lens niet even scherp bij alle diafragmawaarden.
Wil
je zoveel mogelijk op één foto krijgen, dan is een groothoeklens handig, al
bieden veel toestellen tegenwoordig de mogelijkheid om relatief
eenvoudig een panoramafoto te maken.
Individuele hosta's
Delen van hosta's
De eisen voor dergelijke foto's zijn quasi dezelfde als voor het fotograferen van volledige planten.
Close-up en macro
Het wordt een beetje eentonig, maar ook voor close-up fotografie (bv. één enkele hostabloem) zijn de eisen ongeveer dezelfde.
Macrofotografie is een ander paar mouwen, zeker met een spiegelreflex. Het is een echte specialisatie, die, naar mijn mening, niet zo vaak zal gebruikt worden in hostafotografie. Wil je je hierin verdiepen, dan vind je hierover meer dan genoeg boeken of websites. Ik vermeld het toch even omdat echte macrolenzen niet alleen bruikbaar zijn voor macro, maar ook zeer goede portretlenzen zijn. Mede door de kleinere sensor in compactcamera's zijn de meeste uitstekend geschikt voor macroopnames.
Als je alles bij elkaar optelt, kom je tot de conclusie dat je voor hostafotografie een heel end komt met een lichtsterke, korte telezoom. Een dergelijke lens is heel veel omstandigheden heel goed bruikbaar, niet alleen in de hostafotografie. Bij een digitale reflexcamera zal dit gegarandeerd de lens zijn die het meest op het toestel zit.
Mijn lenzen
Standaard korte zoomlens
Bij mijn toestel (dat ik tweedehands kocht op e-bay, was een Canon EOS 28-105mm f/3.5-4.5 USM. Geen slechte lens, maar niet echt "gestoken scherp" en niet echt lichtsterk. Sinds kort is deze vervangen door een Tamron 28-75, f/2.8 over gans het bereik. Deze is veel beter qua scherpte. Veel snellere zoomlenzen voor dslr vind je ook niet. En, niet onbelangrijk, niet te duur.
Dit is voor mij een ideale all-round lens. Alleen als groothoek schiet hij te kort.
Groothoek zoomlens
Macrolens
Over mijn macrolens ben ik zéér tevreden: lichtsterk, zeer scherp en niet duur: de Tokina 100mm F/2.8 AT-X M100 AF Pro D Macro.
Het grote verschil met mijn andere lens is de vaste
brandpuntafstand. Het is geen zoom, maar een prime-lens. Volgens de
kenners heeft ze één belangrijk minpunt t.o.v. bv. de Canonlens: bij het
scherpstellen beweegt de voorkant voor- en achteruit. Misschien is dit een
ongemak bij het fotograferen van insecten, die kunnen schrikken van de beweging,
maar een hosta zie ik nog niet zo snel wegvluchten.
Daarnaast is het ook een
zalige portretlens. Het enige nadeel is soms de brandpuntafstand, wanneer
er bij een plant onvoldoende ruimte is kan ik niet ver genoeg achteruit, en kan
de plant er niet op.
Accessoires
Externe flitser
Dit werd een Metz Mecablitz, samen met een kabel om de flits los van het toestel te kunnen gebruiken en een softboxje, om het harde flitslicht wat te verzachten.
Statief
Een statief had ik gelukkig al. Om zoveel mogelijk trillingen uit te sluiten, werd nog een draadloze afstandsbediening gekocht, want bij macrofotografie moet elke beweging van het toestel tijdens het nemen van de foto vermeden worden.
Wat is het doel van de foto's ?
In het kader van dit project is een zo optimaal mogelijke weergave op internet het belangrijkste doel.
Dit leidt tot 3 stappen in het “foto-proces”
- Foto's nemen
- Foto's bewerken en optimaliseren voor het internet
- Foto's publiceren
1. Foto's nemen.
Hier heb je eerst en vooral de technische aspecten: belichting, sluitertijd, diafragma, iso-waarde, enz.
Veel oefenen is de boodschap, zodat ik het toestel door en door leer kennen en leer inschatten welke instellingen onder bepaalde omstandigheden het beste resultaat geven. Hierbij is het zaak zo weinig mogelijk automatische instellingen te gebruiken, en zoveel mogelijk manueel uit te voeren.
Een tweede aspect waarmee je rekening moet houden is het gebruikte digitale formaat. De meeste compactcamera's slaan afbeeldingen op in het jpg-formaat. Voordeel is dat er op een geheugendrager veel meer foto's passen, nadeel is dat de beeldinformatie meer of minder “compressie” ondergaat. Elke compressie leidt tot kwaliteitsverlies. Bewerk je dezelfde foto een aantal keren, dan wordt het kwaliteitsverlies aanzienlijk.
Bij een dslr heb je de mogelijkheid om beelden op te slaan als raw-bestand. Dit is een feite gewoon het beeld zoals het van de sensor komt, zonder veel bewerkingen.
Deze bestanden kan je aanpassen zoals je wil: je kan nog spelen met de instellingen nadat je de foto hebt genomen. Voordeel is dat je altijd het originele bestand blijft behouden. Om bruikbare afbeeldingen te verkrijgen moet je ze nog converteren naar een ander, echt beeldformaat, zoals jpg. Dit hoeft geen extra werk te betekenen, zeker niet als je je afbeelding ineens opslaat in de voor het internet gekozen afmetingen. Deze bewerking moet je namelijk ook doen als je van een grote jpg een kleinere wil maken.
2. Foto's bewerken en optimaliseren voor het internet
Als je een raw-bestand gewoon converteert naar een jpg, is de foto véél te groot voor gebruik op internet.
Je moet dus de afbeeldingen tijdens het converteren ook kleiner maken.
Al surfend leerde ik dat het niet optimaal is om een dergelijke verkleinde jpg direct te publiceren. Bij het converteren en verkleinen verlies je uiteraard relatief veel beeldinformatie. Het is daarom van belang om de verkleinde foto nog wat te verscherpen.
Pas dan heb je je webfoto.
3. Foto's publiceren
Tijdens mijn zoektocht leerde ik dat je foto's op het web best weergeeft in een rustige lay-out.
Te felle achtergrondkleuren leiden de aandacht af van de foto en hebben invloed op de kleurperceptie bij de kijker.
Een goed voorbeeld hoe het moet, is volgens mij de fotoweergave bij Picasa. De achtergrond wordt helemaal grijs, en de foto's worden bijna schermvullend weergegeven.
In de loop van de voorbije jaren heb ik, met wisselend succes, geëxperimenteerd met foto-albums op de website. De eerste poging was een toepassing waarbij iedere geregistreerde gebruiker eigen albums kon plaatsen. Tot mijn scha en schande heb ik echter geleerd dat het hostawereldje in België en Nederland niet groot genoeg is om dergelijke “groepstoepassingen” te laten werken.
Een tweede poging, met jAlbum, beviel me een heel stuk beter. Gemakkelijk te gebruiken en keuze uit een groot aantal skins, die je toelaten foto's op een stijlvolle manier te presenteren.
Uiteraard wil ik méér dan alleen maar de foto op een pagina; bij voorkeur moet de naam van de plant (of een andere titel) er bij komen, en liefst ook nog de mogelijkheid om wat meer detail weer te geven (bv. De beschrijving van een plant). Ook dat kan bij vele skins in JAlbum.