Fotografie
Scherpe foto's

Scherpe foto's

Het is een beetje moeilijk om exact aan te geven wanneer een foto scherp is en wanneer niet.  Veel hangt af van bijvoorbeeld de afdrukgrootte.  Eenzelfde foto zal op afdrukformaat 10x15 cm scherper lijken dan wanneer je hem op posterformaat afdrukt.  Diezelfde foto zal scherper lijken wanneer je hem op armlengte van je ogen houdt dan wanneer je hem van héél dichtbij onderzoekt.

Scherpte is dus minstens gedeeltelijk subjectief, afhankelijk van de omstandigheden.

Toch zijn er foto's die altijd onscherp lijken (en zijn).  De oorzaken van de onscherpte kunnen velerlei zijn:

  • camerabeweging;
  • beweging van het onderwerp;
  • onscherpte door matige lenskwaliteit;
  • geringe scherptediepte;
  • foutief scherpstelpunt.

Camerabeweging

Zonder statief geen scherpe foto's !!

Soms moet je een beetje overdrijven om de aandacht van de lezer vast te krijgen.  Maar er zit een hele dikke kern van waarheid in: je hebt veel meer kans op scherpe foto's met een statief.

Akkoord, het heeft een paar nadelen: je moet het statief meezeulen, opstellen, instellen, weer afbreken, enz...  Maar hosta's fotografeer je meestal thuis, in de tuin.  Daarmee valt het voornaamste nadeel meteen weer weg.
Een ander nadeel is de kostprijs: een goed statief is erg duur.  Maar laat je niks wijsmaken: een goedkoop statief is hééél veel beter dan geen statief.  Een duur statief is meestal iets beter dan een goedkoop statief.

Over naar de voordelen:

  • heel vaak komt onscherpte in foto's door camerabewegingen tijdens de opname.  Met je camera op een statief beweegt je camera niet, zelfs bij een langere sluitertijd.  Bij een langere sluitertijd kan je een kleiner diafragma gebruiken.  Hiermee neemt niet alleen de scherptediepte toe, ook presteert een lens qua scherpte praktisch altijd beter op een iets kleinere diafragmaopening.
  • je hebt alle tijd om je foto te kadreren zoals jij hem wil hebben. 
  • combineer je het statief met de tijdontspanner, die in elke digitale camera zit, dan is er zelfs geen beweging door het indrukken van de ontspanknop.  Of je kan een draadontspanner gebruiken.  Die vind je al voor een paar euro.
  • als je een dslr hebt, heb je nog een ultieme instelling om onscherpte door camerabeweging te voorkomen: de spiegel opklappen.  Alle beetjes helpen.
  • je hebt je handen vrij, want je moet geen camera vasthouden.  Als je de ontspanvertraging lang genoeg neemt, kan je tijdens het nemen van de foto nog iets anders doen, zoals een reflectiescherm naast de plant houden.
  • je kan rustig het resultaat bekijken; indien nodig kan je nog wat aanpassingen doen aan de instellingen en opnieuw dezelfde foto nemen.

Wie heeft er beeldstabilisatie nodig ?

Beeldstabilisatie is bedoeld voor fotograferen uit de hand.  Als je een statief gebruikt, zullen je foto's scherper zijn zonder beeldstabilisatie.  Zet ze in dat geval af.

Foto's uit de hand

Vaak zal je geen statief bij de hand hebben.  Nood breekt wet, dan maar zonder statief.

Enkele tips om uit de hand scherpe foto's te krijgen

  • Gebruik een kortere sluitertijd;
  • Zorg dat je voldoende omgevingslicht hebt; dit laat je toe om bij een korte sluitertijd toch nog een relatief klein diafragma te gebruiken, wat een positieve invloed heeft op de scherptediepte.
  • Zorg ervoor dat je toestel zo stil mogelijk is tijdens de opname.  Gebruik alles wat je vindt om extra stabiliteit te krijgen.  Zet je toestel neer op een tafel, stoel, steun je ellebogen op een tafel, stoel, je partner die voorover buigt.
  • Zet de beeldstabilisatie aan.

Beweging van het onderwerp

Als hostafotograaf zitten we hier op rozen: hosta's hebben niet echt de neiging om zich echt ver te verplaatsen tijdens een fotoshoot.
De enige echte vijand is de wind.

Enkele tips

  • fotografeer bij voorkeur bij windstil weer, zeker voor het maken van close-ups en macro.
  • is er toch wind, verplaats containerplanten dan naar een windstil hoekje.  Houd wel rekening met het licht.
  • gebruik een windscherm.  Ik heb hiervoor zelf een plaat in piepschuim.  Die houdt niet alleen de wind weg, maar doet tevens dienst als reflector om de plant wat beter uit te lichten (en als referentie voor de witbalans).
  • gebruik een kortere sluitertijd.  Nadeel kan zijn dat je een groter diafragma moet gebruiken, wat de scherptediepte niet ten goede komt.

Matige lenskwaliteit

Meestal wordt de kwaliteit van de foto's meer beïnvloed door de kwaliteit van de lens dan door de gebruikte body.  Een amateurbody met een lens van zeer goede kwaliteit zal, met andere woorden, bijna altijd betere foto's opleveren dan de professionele body met een lens van mindere optische makelij.

Als je een matige lens hebt, zijn er twee opties:

  1. Je schaft je een betere lens aan.  Helaas hebben optisch zeer goede objectieven meestal één doorslaggevend negatief kenmerk: de prijs.  Vooral bij zeer goede zoomlenzen swingen de prijzen de pan uit.  Je kan dan ook overwegen om voor je hostafotografie een optisch goede primelens aan te schaffen.  Het enige nadeel is dat je om te "zoomen" de benenwagen zal moeten gebruiken, want primes hebben een vaste brandpuntsafstand.  Voordeel is dat het voor een fabrikant vééél goedkoper is om een optisch zeer goede prime te bouwen dan een zeer goede zoom, waardoor je als klant ook veel goedkoper uit bent.  Zelf zou ik in dit geval opteren voor een lens met een niet te grote focale lengte, zeker als je een cropcamera hebt; als de ruimte beperkt is, krijg je bij een langere focale lengte, bv. 85 of 100 mm, niet alles op je foto.  Spontaan denk ik dan aan een relatief lichtsterke 50 mm lens.  De meeste fabrikanten hebben wel een betaalbaar exemplaar in hun gamma.
  2. Test je "matige" lens uit om te zien op welke brandpuntafstand en diafragmaopening ze het best presteert.  Meestal presteert een zoom het minst goed op de langste en de kortste brandpuntafstand; aan jou om uit te zoeken welke focale lengte de beste resultaten geeft.  Daarnaast heeft elke lens ook op het vlak van diafragma-opening een sweet spot: het diafragma dat voor die lens de beste scherpte geeft.  Een tip: bij diafragma 8 of 11 presteren bijna alle (spiegelreflex)lenzen zeer goed.De scherpste foto's krijg je door je objectief te gebruiken bij de beste focale afstand en de beste diafragma-opening.

Geringe scherptediepte

Zoals je kan lezen bij de basisbegrippen, wordt de scherptediepte bepaald door de combinatie van een aantal parameters.

  • de grootte van de sensor: hoe groter de sensor hoe kleiner de scherptediepte.  Deze parameter kan je niet aanpassen.
  • de diafragma-opening: hoe groter de opening, hoe kleiner de scherptediepte.
  • de focale lengte: hoe langer de focale lengte, hoe kleiner de scherptediepte.
  • de afstand tot het onderwerp: hoe dichter bij het onderwerp, hoe kleiner de scherptediepte.

Een beperkte scherptediepte hoeft geen nadeel te zijn.  Vaak streeft men er naar om het onderwerp zelf scherp te krijgen en de rest van de foto onscherp.  Het wordt pas een probleem als niet je volledige onderwerp scherp is, wanneer je dat wel wil. 

In dat geval moet je waarschijnlijk een van de drie parameters hierboven aanpassen.  Mogelijk is er nog een andere oplossing: je scherpstelpunt aanpassen.  Wanneer je scherp stelt op een punt, zal een gedeelte van de scherptediepte zich voor het scherpstelpunt bevinden, een gedeelte er achter.  Voor het gemak gaan we uit van 50% voor en 50% achter het scherpstelpunt.  Doot je scherpstelpunt goed te kiezen, kan je optimaal gebruik maken van de volledige scherptediepte.

Een voorbeeld: een portret.  Wanneer je scherpstelt op de neus, zal bij een kleine scherptediepte een gedeelte van het gezicht onscherp zijn.  Veel beter is het in dit geval om scherp te stellen op de ogen.

Nog een voorbeeld: een groepsfoto met mensen op 3 rijen.  Stel in dit geval scherp op de middelste rij.

Foutief scherpstelpunt

Ah! De autofocus op digitale toestellen.  Een vloek en een zegen.  Meestal gaat het goed, vaak ook fout.  Je wil scherpstellen op een plant, maar in de voorgrond zijn er een paar grassprietjes.  Uiteraard weet de camera niet wat jij wil fotograferen, en hij stelt scherp op het gras. 

Tips

  • Controleer na de opname altijd of de focus juist is.
  • Maak, zeker als je maar een kans krijgt om een bepaalde scene te fotograferen, meerdere opnames.
  • Durf de manuele focus te gebruiken.  Vergeet daarna niet om de AF terug aan te zetten.