Fotografie
Basis

Basisbegrippen

Inleiding

Ik ben zelf maar een beginner in fotografie, niet bepaald de persoon van wie je onmiddellijk verwacht dat hij je nuttige raadgevingen kan geven over hosta's fotograferen.  Wel dus, tenminste als de uitdrukking "van je fouten kun je leren" een grond van waarheid bevat.  Fouten, ik heb ze allemaal gemaakt.  En bijna even vaak heb ik gezocht naar de oorzaken.  Elders in dit hoofdstuk vind je mijn tips voor het maken van betere hostafoto's.

Ook hier, bij de basisbegrippen, wil ik al een eerste tip meegeven.

Lees eens een boek

Foto's nemen is doodsimpel, goede foto's nemen is al veel moeilijker.  Je kan het leren.  De theorie staat in boeken, op het internet, in tijdschriften.  Begin eens met een basisboek over fotografie; erg leerzaam en leuk voor koude winteravonden.

De absolute basis

Als je iets meer wil doen met je fototoestel dan op een automatische stand kiekjes nemen, is kennis van volgende basisbegrippen onontbeerlijk.  Samen vormen ze de gouden driehoek van de belichting.

Diafragma-opening

Om te beginnen het element dat ikzelf als beginneling het moeilijkst vond om te begrijpen, de diafragma-opening.

Terminologie

Diafragma

Dit is de mechanische constructie in een objectief, die je toelaat de grootte van de opening waardoor licht van buiten op de sensor kan vallen, aan te passen.

Diafragma-opening of lensopening

De opening in het diafragma waardoor licht van buiten tot bij de sensor kan geraken.

Diafragmawaarde of stop

Tot nu toe was het vrij eenvoudig; het grootste probleem had ik met de eenheden die gebruikt worden om grootte van de lensopening aan te duiden.
Meestal wordt de grootte van de lensopening in volgende vorm weergegeven: f1.8, f8, ...
Het verwarrende zit hem in het feit dat het kleinste getal (in dit geval f1.8) staat voor de grotere lensopening en het grotere getal (f8) voor een kleinere.
Wel, het is net andersom ... hoe kleiner het getal, hoe groter de lensopening. De reden ? Eigenlijk moet er staan: f/1.4, f/8. Maar dat neemt teveel plaats in op een schermpje of een lens, dus laten de fabrikanten de teller weg, en blijft enkel de noemer over.
Een diafragmawaarde wordt ook wel een stop genoemd. Bij één stop kleiner is de hoeveelheid licht die, bij een gelijke sluitertijd, doorgelaten wordt de helft van de grotere stop.
f 1.4 laat de helft van het licht door van f 1.0, enz...
De reeks van diafragmawaarden (hele stops) 1.0 1.4 2.0 2.8 4 5.6 8 11 16 22 32 ...

Sluitertijd

Terminologie

Sluiter

Het mechanisme in een camera dat de duur regelt van de belichting.

Sluitertijd

De periode gedurende welke het licht dat door het objectief komt op de sensor kan vallen.  Dit kan gaan van zéér kort bv. 1/4000 van een seconde tot een periode van enkele uren.

ISO-waarde

Een aanduiding van de lichtgevoeligheid waarop een sensor kan worden ingesteld.  Bij ISO 100 heeft een sensor dubbel zoveel licht nodig om een correcte belichting te krijgen als bij ISO 200, enz.

Des te hoger de ISO-waarde, des te meer ruis zal een opname vertonen, een fenomeen dat meestal niet gewenst is.

De gouden driehoek: diafragma-opening + sluitertijd + ISO-waarde

Als je het bovenstaande nog eens herleest, zal je zien dat alle drie de factoren invloed hebben op de belichting van een opname.

Invloed van de diafragmakeuze op een foto

  • Hoe groter de diafragma-opening, hoe meer licht er doorgelaten wordt in het objectief.  We hebben dan minder omgevingslicht we nodig om een correct belichte foto te kunnen nemen.
    Een lens met een erg grote maximale diafragmawaarde noemen we dan ook een lichtsterke lens. Deze zijn meer geschikt om foto's te nemen bij weinig licht.
  • Hoe groter het diafragma, hoe korter de sluitertijd kan zijn om een correct belichte foto te nemen. Dit hangt nauw samen met het vorige punt. Daarom wordt een lens met een grote maximale diafragmawaarde ook vaak een snelle lens genoemd.
  • Met een kortere sluitertijd kan je beter uit de hand, zonder statief fotograferen. De kans op onscherpte door beweging van de camera wordt kleiner.
  • Hoe groter de diafragma-opening, hoe kleiner de scherptediepte. De scherptediepte is het vlak voor en achter het scherpstelpunt dat door het menselijk oog als scherp wordt ervaren. De diafragma-opening is maar één van de elementen die hierop invloed heeft.
    Dit is een eigenschap waarvan vaak gebruik wordt gemaakt bij onder andere portretfotografie: met een grote diafragma-opening komt enkel de persoon zelf scherp in beeld; de achtergrond wordt wazig, waardoor de volledige aandacht naar de persoon zelf wordt getrokken.
    Een principe dat ook heel goed bruikbaar is bij hosta-fotografie.
    Hierbij wil ik nog een kleine, maar niet onbelangrijke kanttekening maken: dit effect is ook afhankelijk van de grootte van de sensor in het toestel: hoe kleiner de sensor, hoe groter de scherptediepte. Dat is ook de reden waarom je dit effect soms niet kan realiseren met een compactcamera. Als je een compact wil aanschaffen waarmee je toch wazige achtergronden kan krijgen, neem er dan een met een grotere sensor en een relatief lichtsterke lens.
    Houd er wel rekening mee dat je hierdoor vanzelf in een hogere prijsklasse terecht komt.
    Andersom geldt dit natuurlijk ook: hoe kleiner het diafragma, hoe meer scherptediepte. Te onthouden als je close-ups of macro-opnames wil maken. Om even terug te komen op onze compactcamera: hier heeft de kleinere sensor het voordeel dat hij voor meer scherptediepte zorgt.
    Natuurlijk wordt dan ook de sluitertijd langer. Daarom is het niet slecht om bij close-ups of macro een statief te gebruiken.
  • Een lens wordt scherper naarmate je een kleinere lensopening gebruikt. Meestal moet je de lensopening twee stops of meer kleiner zetten om een goede scherpte te krijgen, en elke lens heeft één lensopening waarop de maximale scherpte bereikt wordt.
    Als je beide vorige punten wil combineren, een heel scherp onderwerp tegen een wazige achtergrond, kan je in de problemen komen, want als je een kleinere lensopening gebruikt, neemt de scherptediepte toe en heb je kans dat ook de achtergrond scherp wordt. De meest eenvoudige oplossing in dat geval is om het onderwerp verder weg te zetten van de achtergrond. Wil je iemand fotograferen met als achtergrond een onscherpe muur ? Zet hem niet tegen de muur, maar een of twee meter ervoor.